Werkboek Studielift123
29 Lesblok 30 minuten Onderwerp Communicatie / omgaan met anderen Boek - Werkblad 21 Werkvorm Interview in tweetallen Wees een OEN 21 OMA Anna was een OEN en smeerde zich onder invloed van LSD dik in met NIVEA. Schrik niet, maar let eens op de gebruikte woorden. Het zijn allemaal afkortingen van ezelsbruggetjes voor effectieve communicatie. Met andere woorden: Een beter gesprek voeren met elkaar. De komende vijf blokken staan in het teken van effectief communiceren. Hoe leer je op een prettige en respectabele manier met elkaar praten zodat je beide een goed gevoel aan het gesprek overhoudt. Dit bereik je als jullie allebei (of meerdere personen) voldoende tijd en aandacht krijgen tijdens het gesprek om je mening en ideeën te kunnen delen, zonder dat iemand daar vervelend om reageert. Bij alle oefeningen die de komende leerblokken worden behandeld, gaan we van één ding uit, en dat is: Maak je niet DIK > Denk In Kwaliteiten Met maak je niet Dik wordt bedoeld dat je moet Denken In Kwaliteiten. Vaak geven mensen alleen aandacht aan de dingen die niet goed gaan of negatieve eigenschappen van een ander, maar probeer juist ook aandacht te geven aan de dingen die wel goed gaan of aan de kwaliteiten van anderen. #1 Wees een OEN Met wees een OEN wordt bedoeld dat je in een gesprek Open, Eerlijk en Nieuwsgierig moet zijn. Sta open voor een andere mening, wees eerlijk in wat je er zelf van vindt en wees nieuwsgierig naar de motivatie van de ander. Open betekent dat je de ander de ruimte geeft om te zeggen wat hij of zij wil en ook accepteert wat er wordt gezegd. Eerlijk: als je moeite hebt met de manier waarop het gesprek gaat, dan creëer je openheid door dit te zeggen. Dit gaat vaak meer over de toon van het gesprek, de manier waarop iets wordt gezegd, dan de inhoud van wat er wordt gezegd. Vraag door vanuit nieuwsgierigheid en belangstelling, dan klinkt het niet alsof je iets afkeurt. Vraag door vanuit de wens om meer te weten te komen, niet omdat je vindt dat de ander zich moet verantwoorden voor wat hij of zij zegt. Laat de leerlingen elkaar in tweetallen interviewen over een hobby of vakantie. Degene die geïnterviewd wordt mag wat dingen overdrijven zodat het moeilijker voor de ander wordt om een OEN te zijn. Wissel na een paar minuten van rol. Bespreek na afloop hoe het is gegaan en wat er opviel tijdens het bewust bezig zijn met open, eerlijk en nieuwsgierig interviewen. Wat viel er mee en bleek vrij makkelijk te zijn en wat vonden ze juist moeilijk?
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc3MDc=